Praten met je eigen AI-nieuwsassistent? Volgens Curio is het een grote kans voor de journalistiek (ook lokaal)

Door: Gerson Veenstra 

Generatieve AI draait tot nu toe vooral om tekst, hoewel de ontwikkelingen op andere terreinen (zoals beeld en ook biologie) hard gaan. En heb je het over tekst, dan heb je het over journalistiek. Over de hele wereld zijn er initiatieven (al langer ook) om AI in te zetten voor journalistiek. Het grote probleem waar veel organisaties tegenaan lopen (en waarom ze er soms ook weer mee stoppen) is de feitelijke juistheid van de output en het taalgebruik. 

De sessie is nog niet begonnen, of het gaat over verkiezingen. Ongeveer de helft van de wereld gaat dit jaar naar de stembus. Betrouwbare informatie is dan cruciaal. Govind Balakrishnan en Srikant Chakravarti van Curio AI gaan daar niet uitgebreid op in (het was sowieso allemaal niet heel kritisch), maar vergelijken hun product met Spotify. Ze cureren zelf weinig zeggen ze, maar leveren vooral de content van uitgevers op een andere manier. 

"Nieuws en journalistiek is de software die mensen en democratieën brandstof geeft", zegt Balakrishnan. Hun idee voor Curio ontstond in 2019. Ze keken naar de BBC en zagen dat er 2 miljard wordt uitgegeven 'om te laten zien wat er in het laatste kwartier is gebeurd'. Bij nieuws gaat vooral om actuele gebeurtenissen. De vraag was: hoe kunnen we een product maken met meer diepgang? 

De uitleg van ChatGPT over Curio en Curio AI (Rio)

Curio is een platform dat zich richt op het omzetten van kwaliteitsjournalistiek naar professioneel ingesproken audiocontent. Het verzamelt artikelen van gerenommeerde mediaorganisaties, die vervolgens door stemacteurs worden voorgelezen. Een alternatieve manier om nieuws en verhalen te consumeren, vooral voor mensen die graag luisteren in plaats van lezen. Het platform werkt op basis van een abonnement en heeft partnerschappen met verschillende uitgevers zoals The Wall Street Journal, The Guardian, en The Economist.

Curio AI (of eigenlijk Rio) is een uitbreiding op dat platform. Het maakt gebruik van AI-technologie om gepersonaliseerde audio-fragmenten te maken op basis van vragen of interessegebieden van de gebruiker. Met die functie kunnen gebruikers specifieke vragen stellen, waarna Curio AI vervolgens aangepaste audio-fragmenten genereert met relevante en feitelijk gecontroleerde content, gebaseerd op journalistieke werken die al ingesproken zijn. Deze benadering is bedoeld om de luisteraar te voorzien van diepgaande inzichten en diverse perspectieven op de gevraagde onderwerpen. 

Prototype met AI 

Wat ze maakten was dus een soort Blendle, maar dan alleen met voorgelezen artikelen waarbij ze putten uit vooral de features, analyses, achtergrondartikelen en uitgebreide reportages van de uitgevers waar ze afspraken mee gemaakt hebben. Vooral dus de informatie waar mensen geen tijd voor hebben (of maken). 

Toen generatieve AI kwam, hebben ze vrij snel een prototype gemaakt, waarmee mensen hun persoonlijke audio-fragmenten konden krijgen. Maar vrij snel na het publiceren is dat ook weer offline gehaald, omdat er duizenden vragen kwamen die niet per se heel relevant waren voor het platform. Zoals: is ijs goed voor mij? De focus is nu meer op nieuws. Deels is push: de app geeft een melding als er iets is wat voor de gebruiker interessant kan zijn. En deels is het pull: de gebruiker kan zelf vragen stellen. 

De kracht van spraak en audio

Curio gelooft enorm in spraak. Mensen raken er aan gewend dat je het gesprek aan kunt gaan met content. Iedereen kan nu rechtstreeks met een machine praten. Je kunt hiermee een soort persoonlijke nieuwsassistent hebben. Die jou headlines geeft, waar je van kunt aangeven wat je wel en niet interessant vindt. Veel bestaande personalisatie is nu voornamelijk impliciet. Gebaseerd op clickgedrag en statistieken. Het wordt nu meer expliciet, waarbij je je voorkeuren elke keer meteen kunt aangeven. 

En het voordeel van audio is dat mensen 7 uur per dag dingen aan het doen zijn waarbij een scherm niet handig is. Nieuws en journalistiek consumeren, gebeurt vaak tussendoor. Bij audio kun je ervoor kiezen of je er aandacht aan besteedt of het negeert (vergelijk het met radio). Daarnaast is praten een veel natuurlijker manier van communiceren dan typen. En dan verwacht je ook eerder een gesproken antwoord. Audio wordt heel belangrijk bij het bereiken van je publiek, denken ze. 

Zo werkt Rio

Het publiek is duidelijk enthousiast. Er klinkt applaus. Wat meteen opvalt is dat de assistent zelf geen inhoudelijke antwoorden formuleert op de vragen. Er worden dus ook geen samenvattingen gemaakt, wat het risico op fouten natuurlijk een stuk kleiner maakt. Wat wel wordt gedaan is suggesties geven. Ze geven daarom ook veel aandacht aan het aggregeren van extra informatie rond onderwerpen. Om diepere context te geven en ontwikkelingen beter te begrijpen: "Kom voor nieuws, blijf voor kennis." 

Draait om vertrouwen

Kunnen uitgevers er last van hebben dat hun content op andere plekken wordt geconsumeerd? Net zoals dat bij AI-tools zelf gebeurt, omdat ze zelf met antwoorden komen en niet zoals zoekmachines doen naar de content linken? En hoe voorkom je dat? Volgens Curio draait het allemaal vertrouwen. Mensen vertrouwen degene die het zegt vaak meer dan de inhoud zelf. Ze verwachten dat mensen willen blijven weten bij wie de informatie vandaan komt, om te bepalen of ze het kunnen vertrouwen. 

En zolang je er goede afspraken over maakt, kan het naast elkaar bestaan, denkt Curio. Dus zelf uitgever zijn en daar een publiek bedienen en je content ook via platforms als Curio verspreiden. Het levert bereik en geld op, maar ook technologische kennis die wordt gedeeld. Ze geloven dat dit de nieuwe manier van internetconsumptie wordt en zien het vooral als een kans

Kans voor (lokale) journalistiek

Kan lokale journalistiek hier ook iets aan hebben? Hoe voorkomen we verdere bedreiging van lokale journalistiek? Dat lokale journalistiek het moeilijk heeft gekregen, is dat je massa nodig hebt om geld te verdienen. Maar Curio vindt lokale journalistiek heel interessant, omdat het voor gebruikers relevant is om te weten wat er in hun omgeving gebeurt. Dan speelt locatie dus een grote rol.  

Volgens de mannen van Curio moeten journalistieke organisaties veel meer experimenteren met AI en nieuwe producten maken. Dat zijn ze niet gewend. Ze zijn meer van de content dan van het product. Ze zijn ook niet gewend om ruimte te hebben voor fouten maken. Maar dat is wel echt nodig om verder te komen. Zonder fouten leer je niet. Nu moeten de meeste uitgevers hun geld verdienen met abonnees en advertenties. En voor verkeer zijn ze voor een groot deel afhankelijk van zoekmachines en social media. Kunnen ze weer eigenaar van die distributie worden? Curio denkt van wel.

Voor een groter publiek interessant

Dat je het gesprek over nieuws kunt aangaan met de assistent, kan de informatie voor een groter publiek interessant maken. Als je iets niet begrijpt, kun je extra toelichting vragen. Of misschien wil je het in een adere taal, of op een manier verteld dat het begrijpelijk is voor iemand die op school zit, of misschien voor iemand die ondertussen druk is met zijn kinderen. Je kunt content aanpassen aan de omstandigheden en de gebruiker.

"We hebben voor het eerst een technologie waarbij je je content interessant (en begrijpelijk) kunt maken voor iedereen. Dat was eerder onmogelijk, zonder afbreuk te doen aan de inhoud en aan de integriteit van het materiaal." 

Testosteron-arme grootmoederstrategie voor zelfrijdende auto’s

Door Michiel Buitelaar

Dit gaat over de sessie 'Scaling safely: Waymo’s roadmap for a multi-city AV service', een interview met de CEO van Waymo (een dochter van Alphabet), Tekedra Mawakana. Dat is een verstandig, rustig type, ver van het Silicon Valley cliché. Waymo is al bijna 10 jaar geleden met autonomous vehicles (AV) begonnen, en heeft zich na overpeinzingen gericht op het maken en vermarkten van de bestuurder, niet op de auto, dat laatste laten ze aan 5 andere partijen over. Ik zou de hele aanpak samen vatten als: heel erg voorzichtig. 

Mawakana zelf sprak over een granma approach. Het gaat ze er om zelf te leren, regelgevers op te voeden, klanten vertrouwd te maken, belanghebbenden – gemeente, politie etc – te overtuigen, enzovoorts. Ze proberen ook Uber drivers die – terecht – bang zijn hun baan te verliezen in het proces te betrekken. Een rustige, langzame, verantwoorde opbouw van het fenomeen, niks geen move fast and break things of dat soort praatjes met ballen.

Waymo’s primaire claim is: veiligheid. In de USA komen nu ca 40 duizend mensen om het leven, per jaar, in autogerelateerde ongelukken; wereldwijd is dat ca 3.5 miljoen. Schokkende cijfers trouwens. Mijn persoonlijke gok (zij liet zich ook hier over heel geserreerd uit): als men morgen overgaat op massale inzet van AVs dan halveren die doden cijfers, of zoiets. Desondanks gebeurt dat niet, omdat één dode door een – meestal verklaarbare – miskleun van een AV meer heisa veroorzaakt dan honderd doden door slechte, domme of dronken menselijke chauffeurs. Apart is dat, weer een voorbeeld van de lat die voor machines hoger gelegd wordt dan voor mensen, een gangbaar verschijnsel in n rondom AI, valt mij op: LLMs hallicuneren inderdaad wel aan, maar mensen toch vaker?

Maar goed. Zij sprak niet zo cru over aantallen doden maar maakte duidelijk dat het veel kleiner maken van die 40 duizend een troefkaart van Waymo is. Dat, en convenience (inclusief het kiezen van je eigen muziek in de auto!).

Waymo is nu min of meer actief in delen van 3 Amerikaanse steden, en breidt langzaam uit. Europa staat niet op hun kaart. Ze hebben een lange adem. Ze deed geen voorspellingen (zoals de zelfbenoemde visionair Musk deed, die in 2015 aankondigde dat binnen 2-3 jaar zijn AVs rond zouden zoemen….). Een staaltje underpromise, (potentially) overdeliver was dit. Geen testosteronpraatje. Interessant was ook de suggestie dat als die mortaliteit inderdaad zo veel lager uit pakt dan die van ‘gewone’ auto’s, verzekeraars druk zullen gaan uitoefenen op menselijke automobilisten.

Dit was interessant. Het gaat nog wel even duren maar ik ben er nu nog meer van overtuigd dat het gaat gebeuren. En deze rustige aanpak lijkt me krachtig..


AI genereert soort-van-creatieve tsunami’s

Dit gaat over de sessie AI copyright: '471 billion melodies thwarting human creativity', van de als een mitrailleur sprekende advocaat Damien Riehl (met humor). Vlak er na werd er een verwarde man op een fiets gesignaleerd in Austin – dat was ik. Ik was beduusd. Mijn kennis van muziek, copyright en specifiek Amerikaanse wetgeving is zo beperkt dat ik zelfs nauwelijks een verslag kan schrijven van deze sessie, maar het maakte indruk op me. 

Enkele uren later sprak ik mr Sprey die me uitlegde dat de Amerikaanse omgang met rechten heel anders is dan die in Europa, wat een deel van claims en ideeën in deze sessie zou kunnen weerleggen. Zelfs dat kan ik niet beoordelen. Ik sprak ook een jonge octrooigemachtigde die circa 50% van mijn DNA heeft, en die reageerde ook sceptisch. Ik zal enkele snippets delen en mij van oordelen onthouden, maar dit zeg ik: er zitten elementen in het uitdagende betoog van deze man die tot overpeinzing aan zetten. En er zijn genoeg bronnen die sommigen zouden kunnen raadplegen, als dit verslagje enigszins prikkelt. Neem wat hier volgt met gezonde scepsis?

Wat had die man nou gedaan: 471 miljard melodieën automatisch gegenereerd, door systematisch tonen te varierën in een sequentie van maten (excuus: ik weet niets van muziek!). Dit levert dan wat in de wiskunde (‘combinatoriek’, weet ik wel een beetje van) heet: permutaties. Hij liet het live zien, dat is simpel en gaat snel. Die melodieën heeft hij geregistreerd. Let op: deze vlieger – registreren – gaat in Europa niet op, begreep ik later, en hij melde dat niet. Die registratie heeft hij vervolgens open gemaakt, zodat iedereen ze kan gebruiken. Het gaat hem er dus om toevallige copyright infringements en aanvallen op toevallige infringements de pas af te snijden. Dit alles heeft hij in TED Talks uitgelegd – men kan die beter bekijken dan mijn stuk lezen.

Vervolgens ging hij nog enkele stappen verder, rare stappen, om ‘statistisch voor de hand liggende creativiteit’ a la ChatGPT af te zetten tegen ‘prompting for statistical unlikelyhood’, door termen te combineren die ontzettend ver van elkaar staan. Hij toonde resultaten van opdrachten aan een AI om een gedicht te componeren waarin de twee leidende thema’s ‘liefde’ en ‘IKEA’ zijn, of ‘een rap in de stijl van de King James bijbel’. Het werd vreemd. En vreemder. Het ging hard. Het duizelde mij.

Genoeg hierover, ik moet er nog eens rustig naar kijken, en over nadenken. Het was prikkelend en bij vlagen overdonderend. Zie zijn sites www.allthemusic.info , www.theselyricsdonotexist.com en www.allthepatents.com, bekijk een TED Talk van hem of lees een van zijn schrijfsels.


Pestkop gaat onderuit

(Door Michiel Buitelaar)

Ik zat bij de HBO documentaire The Truth vs Alex Jones: vermakelijk, een welcome afrekening, en zorgwekkend. Deze man – een kruising van Walter Sobchak (die loudmouth uit The Big Lebowski) en iets Trumpigs – ontkende, luid en langduring, dat er in de lagere school van Sandy Hook een bloedbad was aangericht, met zeer agressieve, persoonlijke gerichte haatcampagnes jegens de ouders van de vermoorde kinderen tot gevolg, op social media. Die ouders figureerden in de docu, en hun verhalen waren ruig. Jones heeft jaren lang complottheorieën verspreid, voor een groot publiek, de getroffenen sinistere machinaties verwijtend. De duistere kant van moderne media wordt in deze docu pijnlijk geïllustreerd.

Ik volg Jones al lang, ik ben licht geobsedeerd door dit soort uitzinnige, exotische –gevaarlijke – types. Ik keek en luisterde naar hem en Rush Limbaugh vóór 9/11. Die gebeurtenis, het web en social media hebben dergelijke fenomenen vleugels gegeven; en er kwamen er nog meer (G. Gordon Liddy bijvoorbeeld; en ik ben ook dol op Amerikaanse evangelische predikers, bronnen van theatrale woede). Zonder hen was Trump zo ver niet gekomen: ze hebben de Amerikaanse samenleving doen polariseren. En, ze gaan altijd verder, radicalisering voedt radicalisering. Daar is de Sandy Hook kwestie een voorbeeld van, Jones ging helemaal los, zonder enige vorm van bewijs, in zijn bewering dat deze kindermoord niet had plaatsgevonden. Volgens hem was het een poging van duistere, aan de staat gelieerde krachten om een crisis te creëren, zo de massa onder curatele te stellen, en mensen van hun rechten – zoals wapenbezit – te beroven. Hij genereert met dergelijke spektakels substantieel online bereik wat hij te gelde maakt met vitaminepreparaten waarvan de onderbouwing zich op op hetzelfde niveau bevindt als homeopathie.

De documentaire gaat over de rechtszaken die de ouders hebben gevoerd tegen Jones. Net als Trump ondergraaft Jones zijn eigen belangen in de rechtzaal door zijn agressieve, onsamenhangende gedrag. Hij spreekt zichzelf regelmatig tegen. De verbijstering van jury en rechter worden fraai in beeld gebracht. Hij gaat er met boter en suiker in, en wordt tot schadevergoedingen van honderden miljoenen dollars veroordeeld, wat in de bioscoopzaal met donderende Schadenfreude toegejuicht werd: Jones komt uit Austin, was (is?) een lokale held maar SXSW bezoekers bevinden zich in het liberale spectrum. Hij heeft zichzelf vervolgens failliet laten verklaren en nog geen stuiver betaald, maar de ouders toonden zich ‘blij’, voorzover dat kan. Jones zelf tettert onvermoeibaar voort op zijn eigen infowars.com maar is door bans getroffen op ongeveer alle platforms behalve – natuurlijk – voorheen Twitter, die van een andere haatdragende idioot.

Bezienswaardig dit. Al vraag ik me af of dit soort verschijnselen ophoudt, of te stoppen is. In die zin is het somberstemmend.


Van Blockbuster naar AAA-hit: 4 tips om van iets linears iets interactiefs te maken

Door Merlijn Passier en Jolien van de Griendt 

Transmediaal. De een krijgt er koude rillingen van, de ander spat uit elkaar van enthousiasme. Het woord heeft lange tijd een negatieve connotatie gehad, omdat er zoveel slechte voorbeelden waren. Ieder TV-programma deed ook iets met ‘interactiviteit’. Maar inmiddels lijkt de code gekraakt. De game-adapties van “The last of us”, “the Witcher” en "Hogwarts Legacy" waren grote hits. En dat is goed nieuws voor makers, want zo kun je je publiek verbreden en nog meer mensen kennis laten maken met jouw universum.

Dave Baranoff van Bad Robot Games geeft vier tips voor een goede wisselwerking tussen lineair en interactief. Hij is bekend geworden met een populaire app waarbij exploderende borstkassen waar aliens uit kruipen over bestaand videobeeld worden gelegd, dus hij kan het weten. 


  1. Focus je op één soort medium. 

Als je iets gaat maken voor meerdere platforms tegelijk, komt er waarschijnlijk iets uit wat op beide media net niet lekker werkt. De film en de game zijn verbonden met elkaar, maar staan duidelijk op zichzelf. Beide vormen hebben hun eigen waardepropositie.


  1. Creëer een plek voor de fans, de community…

Wat in de gaming-wereld al beter lukt dan in de filmwereld is om de fans voor een langere tijd betrokken te houden bij jouw universum. Want in de gaming-wereld ontstaat er makkelijker een community. Er is direct contact tussen makers en hun publiek, de gebruikers. Kom daar maar eens om in de filmwereld, waar het eindproduct definitief is en waar er niks meer aangepast kan worden aan een karakter als de community dit niet bevalt. En dat brengt ons automatisch naar de derde tip.


  1. …en luister naar wat ze te zeggen hebben.

Een beroemd voorbeeld: Sonic the Hedgehog was zeer geliefd als karakter in een game, maar toen de film uitkwam schrokken de fans zich een hoedje over Sonic’s uiterlijk. Daar kon natuurlijk niks meer aan gedaan worden, met als gevolg een slecht gevoel bij de eerste bezoekers en nog slechtere mond-op-mondreclame.


  1. Houd rekening met 4th person storytelling.

Maar de gamewereld kan ook leren van de filmwereld. Want de content die het meest bekeken wordt, zijn filmpjes van mensen die spelletjes spelen. De populariteit van Twitch spreekt boekdelen. Game developers moeten dus niet alleen nadenken over de game-ervaring (het spelen van het spel), maar ook of het kijken naar spelende mensen aantrekkelijk genoeg is. De output moet iets zijn dat je met je vrienden wilt delen.


Er liggen dus nog genoeg kansen voor storytellers.