Hogere produktiviteit: deze keer wel, lijkt het

Door Michiel Buitelaar

Ik ging naar de sessie AI and productivity: a workplace lovestory? Door mijn hoofd speelde de uitspraak (1987) van de recent overleden Nobelprijswinnaar Robert Solow: “I see computers everywhere, just not in the productivity statistics”. Dat fenomeen, van al die personal computers die de produktiviteit niet (aantoonbaar) opstuwden, heeft jarenlang rondgezongen in wetenschappelijke kringen. Volgens mij is het nog steeds niet zo duidelijk; en evenmin voor mobiele devices. Wat merkwaardig en verontrustend is. Enfin, wat dan met AI?

Die vraag – voor generative AI – werd in deze sessie niet diepgaand, fact-based beantwoord, en zeker niet op wetenschappelijk niveau. Dat zou ook te veel gevraagd zijn. Maar: er werden wel indicaties gegeven, grotendeels anekdotisch, die ik min of meer overtuigend vond. Ik had die mening trouwens al voordat ik deze sessie bijwoonde dus wellicht heeft mijn confirmation bias me weer eens te grazen genomen. Alhoewel, de presentatie werd gegeven door mensen die ik niet zomaar vertrouw, en had een zeker consultancy gehalte. De sprekerds waren intelligente types van DeepMind, Google’s AI tak (zoek de personeelskosten daarvan eens op en sta, met mij, versteld?); en van QuantumBlack, de AI tak van McKinsey. McKinsey, dat is die consultant van Purdue, wiens opioids honderddenduizenden mensen het leven gekost hebben; van de vorige, criminele regering van Zuid-Afrika; en van het huidige, totalitaire Chinese bewind. Die lui hebben hun ziel verkocht, en leven op een dieet van geld en spreadsheets. Hun afdeling corporate ethics is op een langdurige sabbatical.

Het was op informeel niveau overtuigend, in dat ruime half uur, voor mij. Als grootste kanshebbers voor verbeterde produktiviteit door AI werden genoemd: software engineering en customer operations. Er was een slide met veel meer, al zou ik dat primair inschattingen van consultants noemen. Ik heb in mijn corporate jobs dat soort slides voorbij zien komen (voor duizenden Euro’s per pagina maar prettig vormgegeven) en die leden meestal aan uitbehandeld optimisme. Menigeen die ik gesproken heb, waarvan sommigen met enig verstand, beamen het positieve beeld, toch. Dat doen mijn eigen ervaringen ook, en het ziet er naar uit dat AI en de toepassing daarvan zich in een stroomversnelling bevindt: de eerste afgeleide is positief, de tweede denkelijk ook. Sterker nog, ik denk dat de ontwikkeling nog enigszins, relatief vertraagd wordt doordat mensen en bedrijven moeite hebben met het beklimmen van hun eigen leercurve, die langzamer gaat dan de onderliggende technologische mogelijkheden (eerste afgeleide positief, tweede nul of zelfs negatief?). Dit is een vermoeden.

De sprekerds toonden praktische voorbeelden, met wat cijfers, in de orde van tientallen procenten verbetering. Een intrigerend voorbeeld vond ik wat zij duidden als personalising outputs based on the user’s history. Zoals: een antwoord op een zoekvraag die al je mails van het afgelopen jaar mee in overweging neemt, in een seconde of minder. Dat doet wel wat, voor kwaliteit en (soms) produktiviteit. Er waren meer van dat soort gevallen. Ik denk dat we nu denkelijk wel gaan zien wat Solow niet zag, maar laten we zien wat de wetenschap er van gaat vinden. Laat de mensen en organisaties nu maar proberen en leren, wat volop gebeurt (in de USA wat meer dan in de EU denk ik). Dit congres zal de komende week nog veel meer voorbeelden tonen. Het ziet er zonnig uit.

Controversie verkoopt en dus zijn we voorlopig niet van deepfakes af

Door Erwin Blom

Controversie verkoopt, stelt Ben Colmande oprichter van Reality Defender in de sessie 'Defending reality vs Gen-ai; the war against deep fakes'. Het bedrijf ontwikkelt en verkoopt bedrijfs-software om deepfakes en nepmateriaal te herkennen en ontmaskeren. De software wordt verkocht aan bedrijven en overheden, maar bedrijven die AI-genererende afbeeldingen en video's maken, zijn doorgaans niet geïnteresseerd, laat hij weten. Volgens de oprichter levert controversieel materiaal uiteindelijk simpelweg reuring en dus aandacht en dus geld op. Daardoor hebben deze bedrijven naar zijn stellige overtuiging geen belang bij het voorkomen en ontmaskeren van met AI gegenereerd nep-materiaal dat voor echt moet doorgaan.

De oprichter van Reality Defender vindt dat de overheid meer stappen moet zetten om misbruik met nep-materiaal te voorkomen. Dat kan op veel terreinen. Of het nu de politiek betreft waar kwaadwillenden met AI mensen dingen kunnen laten zeggen die ze nooit gezegd hebben, of dat het het persoonlijk leven van mensen betreft waar slecht volk de identiteit van kinderen kan 'stelen' om af te persen. Colman vindt dat bij wet meer verboden moet worden. Hoewel veel al niet mag, zoals oplichting en je als een ander voordoen, meent hij dat de overheid verder moet gaan.

Echter, het bestrijden van deepfakes lijkt een kat-en-muis-spel te worden. Want ook al wordt de software van Reality Defender steeds beter, de andere AI-technologie dendert ook door. Hoe reëel is het om te verwachten dat Reality Defender blijvend nep-materiaal kan herkennen?

En stel, er komt meer en stevige wetgeving. de productie van nep-beeld en geluid is laagdrempelig en zonder grenzen. Is het vangen van de verantwoordelijke boeven realistisch en zal die genoeg prioriteit hebben? Heel eerlijk? Ik ben bang van niet.  

Feel it all: zo zorg je ervoor dat je mensen echt raakt met je verhaal

Door Merlijn Passier & Jolien van de Griendt

In een tijd waarin we met een enorme overload aan verhalen, content, programma’s, zenders en streamers te maken hebben, is het best lastig om mensen nog echt warm te laten lopen voor wat jij te vertellen hebt. Een sessie zoals The Art & Science of Storytelling: how to make people care is dus geen overbodige luxe. Hoe kunnen we verhalen zo vertellen dat we elkaar beter begrijpen en elkaar kunnen inspireren?

Vanaf minuut 1 is duidelijk: zet logica en rationele feiten maar overboord. “Feel it all”, is het credo van Cheryl Miller Houser, die als regisseur en producent heel wat uren tv voor onder andere National Geographic en Discovery op haar naam heeft staan. Haar storytelling-evangelie verdeelt ze onder in drie principes, ieder doorspekt met voorbeelden om van te leren. Hier komen ze! 

  1. Maak het menselijk

“Zelfs als mensen heel anders zijn dan wijzelf, kunnen we ons verbonden voelen als we emoties bij hen zien die we zelf ook kennen. Dat is de kracht van empathie”, zegt Miller Houser. Dat noemt ze ‘narrative transportation’. Miller Houser heeft onderzoek gedaan naar dit fenomeen. Ze kwam erachter dat we oxytocine aanmaken als we kijken naar beelden van mensen die emoties doormaken. “Onze hersengolven synchroniseren daardoor daadwerkelijk met die van de persoon waar we naar kijken. We worden ‘deelnemers’ in plaats van ‘toeschouwers’. Als je iemands gedrag wil veranderen, is 'narrative transportation’ volgens Miller Houser de beste manier om dat te doen. 

Als je een verhaal vertelt, moet je dus niet focussen op de informatie die je probeert over te brengen, maar om wat het met mensen doet. Als voorbeeld liet ze een reclame zien van Farmer’s Dog, een merk voor hondenvoer. 


In plaats van dat de film focust op wat er allemaal zo goed is aan het hondenvoer, gaat het over wat een hond voor een baasje betekent. We zien allerlei belangrijke momenten van een meisje met haar hond: van hoe ze ‘m als pup krijgt als zij nog een kind is, tot hoe hij met z’n snoet op haar buik ligt als ze zwanger is. Met de tranentrekkende slotzin: “Because all that matters is more years together.” Er werden in de zaal hier en daar toch stiekem wat traantjes weggepinkt. En dat is waar het om draait: kun je als maker tot de kern komen van de emotionele verbinding met de ontvanger?


2. Luister naar je hart

Het klinkt wat gezapig, maar Miller Houser heeft gelukkig een voorbeeld waarmee ze dit principe inkleurt: de Dove True Beauty campagne. Die begon in 2004, maar de vrouwen die erachter zitten, begonnen drie jaar eerder al met het idee. Ze realiseerden zich dat ze zich onzeker voelden door de modellen in andere campagnes en wilden daar iets mee doen. Maar toen ze dat bij hun (mannelijke) bazen presenteerden, waren die daar niet gevoelig voor. 

“Maar als je ergens echt iets bij voelt, horen daar ook krachtige verhalen bij”, zegt Miller Houser. De vrouwen gaven niet op. Ze benaderden de vrouwen en dochters van de bazen en filmden hoe zij op camera vertelden dat ze zich onzeker en niet mooi voelden. Ze maakten een montage op de muziek “You are so beautiful” van Joe Cocker en stuurden dat naar alle leidinggevenden. Toen die hun eigen dochters en vrouwen zagen, waren ze ervan overtuigd dat er iets moest veranderen.

Met andere woorden: als je ergens gepassioneerd over bent, hou vol en zoek naar de verhalen. De eerste campagne alleen al bracht Dove drie keer meer op dan dat ‘ie kostte. Maar ook vanuit het perspectief van de publieke omroepen bezien: mensen zijn van Dove gaan houden, omdat ze zich gezien voelden in al hun kwetsbaarheid. 

3. Maak een personage van je merk

Het water-merk Liquid Death doet dat heel goed. Liquid Death is in de VS een populair merk - ze verkopen water in blikjes om plastic afval tegen te gaan. Ze bestaan pas vijf jaar en draaien volgens Miller Houser nu al honderden miljoenen dollars omzet. 

En we schrijven wel ‘water-merk’, maar eigenlijk had Liquid Death van alles kunnen verkopen. “Ze zijn in eerste instantie een comedy-entertainment platform, dat toevallig ook water verkoopt”, legt Miller Houser uit. 

De makers hebben bedacht dat het gaat om de waarden van Liquid Death, als ‘personage’. Zoals een mens, heeft het merk waarden, hobbies en voorkeuren. Zo is Liquid Death ‘iemand’ die bijvoorbeeld van metal en van absurdistische humor houdt (niet geheel toevallig net zoals de bedenkers van het merk). Op die manier creëer je een enorme vrijheid voor jezelf om te experimenteren en creatieve risico’s te nemen in je storytelling, zolang het maar past bij het personage van je merk. 

Zo wil Liquid Death plastic afval verminderen, maar dat is niet het rechtstreekse doel van hun communicatie. Want het ‘personage’ Liquid Death houdt vooral van mensen aan het lachen maken. En dan krijg je deze film:


Nog een paar statistieken om het af te leren: volgens Miller Houser wil 91% van de klanten dat een merk humor heeft, maar is 95% van de leidinggevenden bang van humor! Bij Liquid Death realiseerden ze zich: ‘een grijze muis zijn is veel erger voor ons merk dan een keer iemand beledigen.’ Met die slotwoorden stuurt Miller Houser ons dan ook naar huis: “You’ll never be able to make people care by being bland. Take bold risks!” 

Design tegen AI

Door: Gerson Veenstra (met hulp van ChatGPT)

John Maeda van Microsoft is een van de vaste sprekers tijdens SXSW. In zijn Design in Tech Report zet hij op een rij welke ontwikkelingen er zijn als het gaat om design en technologie en ook welke impact dat zal hebben. Hoewel hij echt een leuke spreker is, is zijn presentatie ook altijd wat lastig te volgen met warrige (en slecht leesbare) slides. Deze samenvatting is gemaakt met hulp van ChatGPT en is zeker niet volledig. De afbeelding is gemaakt met DALL-E. 

John Maeda's presentatie 'Design tegen AI' verkent de complexe relatie tussen design, technologie, en kunstmatige intelligentie (AI). Hij gebruikt diverse voorbeelden om te illustreren hoe AI zowel kansen als uitdagingen biedt voor ontwerpers en technologen.

John Maeda begint met te vermelden dat dit zijn 10de Design in Tech Report is en zegt er meteen even bij dat hij opa is geworden. Hij introduceert het thema van de presentatie als 'Design tegen AI', een onderwerp dat complexiteit en onvoorspelbaarheid met zich meebrengt. Hij benadrukt de gemengde gevoelens die mensen hebben over AI.

Oudste vormen van interactie

Maeda deelt een anekdote over een collega die beweerde dat nieuwe AI onvoorspelbaar gedrag vertoont. Hij betwist dat door te stellen dat AI in werkelijkheid zeer voorspelbaar is binnen bekende parameters, maar dat de impact ervan op beroepen moeilijk te voorspellen is.

Hij haalt het boek 'Conversational Design' van Erika Hall aan, dat benadrukt hoe gespreksinterfaces (zoals spraak) de oudste vormen van interactie zijn. Maeda verbindt dat met de geschiedenis van AI in conversational design, teruggaand tot de jaren 60 met het werk van Joseph Weizenbaum en zijn creatie van de eerste chatbot, ELIZA. Ontworpen om een psychotherapeut na te bootsen.

Ethische vragen

Maeda bespreekt de ethische overwegingen rond AI, met name de zorgen die Weizenbaum had over de illusie van intelligentie en empathie in machines. Dit leidt tot een discussie over het belang van het stellen van ethische vragen bij de ontwikkeling van AI-technologie.

Hij demonstreert hoe hij zijn eigen werk heeft geautomatiseerd door een programma te schrijven dat zijn e-mails en technologierapporten analyseert. "Ben ik straks overbodig", vraagt hij zichzelf hardop af. 

Menselijke connecties

Maeda bespreekt de relatie tussen design en AI, waarbij hij onderscheid maakt tussen klassiek design, 'design thinking' en 'computational design'. Hij benadrukt hoe AI het gebied van design beïnvloedt en verandert. Hij verkent hoe AI beroepen en werkprocessen transformeert, met een focus op de creatie van nieuwe mogelijkheden en de noodzaak voor inclusief design. 

Maeda deelt persoonlijke reflecties over de impact van de coronapandemie op werk en leven, en benadrukt het belang van veerkracht, diversiteit en het onderhouden van menselijke connecties.

Voorbeelden uit de presentatie

Rivian: het gebruik van een uniek 'chirping' geluid als onderdeel van het voertuigontwerp.

Dieter Rams-stijl Framer repository: een voorbeeld van handgemaakt design in de digitale wereld.

Poetry Camera: een apparaat dat foto's analyseert en op basis daarvan poëzie genereert.

Conclusie

Maeda benadrukt de noodzaak van ethische overwegingen en kritisch denken in het ontwerp en de implementatie van AI-technologieën. Hij moedigt ontwerpers aan om AI te gebruiken als een hulpmiddel dat design kan verrijken, terwijl ze waakzaam blijven voor de potentiële valkuilen en dehumaniserende effecten die het kan hebben. 

De presentatie beantwoordt aan de titel door een dialoog te voeren over hoe design kan en moet reageren op de opkomst van AI, met een focus op het behouden van menselijkheid, ethiek, en inclusiviteit in een steeds meer door technologie gedreven wereld.

The Spirit of Women: Sexism and Gender Equity in Whiskey

Door: Roeland Stekelenburg

De titel van deze sessie facineerde mij als Whiskey-liefhebber, maar het heeft me niet veel nieuwe inzichten opgeleverd. Ik had het namelijk graag willen hebben over het karakter van door vrouwen gebrouwen Whiskey en of, en hoe, de smaak (en het brouwproces) anders zijn dan wanneer mannen het voor het zeggen hebben.

De sessie ging helaas alleen over de vrouwen op het podium, die de top hebben bereikt in de Whiskey-industrie, waarvoor hulde. Maar de problemen die vrouwen tegenkomen in de Whiskeywereld lijken me niet fundamenteel anders dan in andere door mannen gedomineerde sectoren.

De eerste 10 minuten van de sessie heeft AudioPen voor me opgeschreven, geredigeerd en vertaald:

AudioPen:

In de jaren 60 mochten vrouwen in Kentucky niet werken als barvrouw, laat staan in de drankenindustrie. Maar nu is het 2024 en zijn we allemaal betrokken bij deze industrie op verschillende manieren. Uit een onderzoek van onze whisky-stichting blijkt dat er 600 vrouwen actief zijn in de whisky-industrie. Maar 67 procent zegt dat het mannelijke imago van whisky hun werk moeilijker maakt door stereotypen en vooroordelen.

Hoe kunnen vrouwen deze uitdagingen overwinnen en de wereld van whisky nog mooier maken? Marian en Victoria hebben geweldig werk gedaan in hun bedrijven. Marian is de eerste vrouwelijke meesterdistilleerder in Kentucky, en Victoria is de eerste zwarte vrouwelijke meester-menger in whisky.

In een door mannen gedomineerde industrie, wat was de invloed van het ontdekken dat je een 'eerste vrouw' was in jouw rol? Victoria vertelt dat ze via haar familie in de industrie kwam en de vrijheid kreeg om het op haar eigen manier te doen. Ze raadt anderen aan om niet bang te zijn voor uitdagingen. Marian is het ermee eens dat succes een goede gelijkmaker is.

Vrouwen hebben volgens onderzoek betere smaakpapillen en meer geduld. Victoria's team, het eerste volledig vrouwelijke managementteam in de sector, heeft bewezen dat vrouwen een respectabele plaats verdienen in de drankenindustrie. Succes is een goede gelijkmaker en zij zijn het snelst groeiende Amerikaanse gedistilleerd merk in de geschiedenis.

Dat gebeurde niet zomaar, nee. Mijn verhaal is een beetje anders, maar als vrouw zichtbaar zijn en vol zelfvertrouwen en vaardigheden laten zien zonder je daarvoor te schamen was in het begin moeilijk voor me. Maar ik weet wat ik doe, en onze resultaten bewijzen dat. Ik ben de eerste persoon van kleur die ooit Master Blender van het Jaar heeft gewonnen. Ik ben niet opschepperig, maar die dingen hebben waarde. We mogen niet weglopen van onze prijzen, kennis en kracht. We moeten trots opstaan.

Marianne, hoe heeft dit jou beïnvloed? Ik begon als stagiair bij een grote drankenfirma en werd opgeleid tot meesterproever. Het hele sensorische team bestond uit vrouwen, want vrouwen hebben betere smaak. Ik werkte eerst achter de schermen in distilleerderijen en deed productinnovatie en procesverbetering om het bedrijf geld en tijd te besparen.

Toen ik de kans kreeg om voor het publiek te staan, was dat verrassend. Ik ben van nature introvert, dus het was moeilijk voor mij. De eerste keer voor de camera kon ik letterlijk niet spreken. Maar het vergt gewoon oefening.

Een paar maanden later waren we met de masterdistilleerder een nieuw product aan het lanceren en er was een oudere man die...

Ik stond naast Chris en iemand kwam naar ons toe. Hij gaf Chris een stevige handdruk en noemde mij "het proefmeisje". Chris zei dat ik de meesterproever was, maar de man bleef me het proefmeisje noemen. Ik werkte aan het opbouwen van een historische distilleerderij met een klein team en weinig geld.

Misschien door wat ingebakken vooroordelen voelde ik me niet helemaal gerespecteerd. Gelukkig was er iemand, Fred Minnick, die voor mij opkwam. Hij heeft me altijd gesteund, zelfs toen ik nog meesterproever was bij Brown Foreman.

Op een dag zat Fred in een panel met andere meesterdistilleerders, allemaal oudere mannen. Hij vertelde het publiek dat er een nieuwe meesterdistilleerder was, namelijk ik. We hadden de nieuwe naam van de distilleerderij nog niet eens bekendgemaakt.

Fred had mij niet verteld dat hij dit ging doen, maar het bracht mij terug naar het moment met Chris Morris. Ik besefte dat ik nu moest kiezen of ik mezelf als distilleerderijmanager zou zien of als meesterdistilleerder. Ik wilde niet dat al mijn harde werk en inzet in de industrie werd verkleind.

Dus besloot ik om boven alle kritiek uit te stijgen en te stoppen met het lezen van negatieve opmerkingen. Het belangrijkste is om in jezelf te geloven en je rol te accepteren.