Het blijft zoeken naar de juiste balans in het sportmedialandschap

Door Gerard Dielessen

De sportberichtgeving is sinds de intrede van het digitale tijdperk spectaculair veranderd. Wie herinnert zich niet dat de toenmalige PTT met grote straalzenders door het land reed op weg naar de voetbalstadions. Op vrijdag op zaterdag werden verbindingen aangelegd zodat de voetballiefhebbers op zondagavond stipt zeven uur met het bord op schoot naar Studio Sport (voorheen Sport in Beeld) konden kijken van hun favoriete voetbalclub. Nu liggen er in ieder stadion vaste glasvezelverbindingen en kan er rechtstreeks met de verschillende studio’s worden geschakeld. Het uitzenden van (live) voetbalwedstrijden is bovendien allang niet meer het alleenrecht van de NOS.

Naast de reguliere mediabedrijven zijn de grote sportorganisaties feitelijk zelf ook een mediabedrijf geworden. 

Zo heeft de Amerikaanse National Basketbal Accociation als voorbeeld meer dan 100 ‘creators’ in dienst die zelf nieuwe content produceren voor hun eigen digitale kanalen. Ik weet het uit eigen ervaring. Toen ik in 2010  de overstap maakte van de NOS naar NOC*NSF had ik drie mensen in dienst op de communicatieafdeling, die ook nog eens belast waren met niet communicatietaken. Toen ik eind 2021 vertrok werkten er bijna dertig mensen op de media-afdeling van de sportkoepel. Deze redacteuren maakten eigen verhalen op onze site en socials; anticipeerden op mogelijke reputatierisico’s, maakten flitsende presentaties voor onze (mogelijke) sponsoren en veel meer. In mijn tijd als directeur van de Sportkoepel zei ik danook wel eens grappend: ‘ik was ooit directeur van een groot mediabedrijf in Nederland en dan ben ik feitelijk nu weer.’ De dynamiek in sport mediawereld is veranderd. 

Dat bleek ook nog eens uit de SXSW sessie Streaming & Sports: The Evolution of Sports Distribution on TV met in het panel de sportmediabazen van Google, de NBA en Discovery (Warner Bros). Het was buitengewoon interessant om te horen hoe al deze organisaties worstelen met het vinden van de juiste mediamix waarmee ze het grote publiek willen bereiken (en geld kunnen verdienen). Door alle verschillende aanbodkanalen is het publiek versnipperd in allerlei kleine stukjes. Ouderen kijken het liefst nog naar een groot scherm naar een livewedstrijd of een sportprogramma dat op een bepaalde tijd staat geprogrammeerd. De GenZ-generatie juist helemaal niet en laat zich het liefst vermaken op hun mobiel met korte flitsende sportsamenvattingen van hun sporthelden. Sport is big business geworden in de voorbije twintig, dertig jaar. Veel sport is ook achter een betaalmuur terechtgekomen. De Formule 1 bijvoorbeeld. 

Sportrechten

Rechtenhouders (sportorganisaties) verdienen veel geld door hun rechten te verkopen. ‘Exclusiviteit is alles’, volgens Jesse Wallace, Hoofd Sport van Google. Waarmee hij zich direct realiseert dat de brei aan sportrechten die is ontstaan het er voor de consument niet gemakkelijker op heeft gemaakt. Want wat vind je waar? Zijn panelcollega’s Jennifer Chun van de NBA en Hania Poole van Discovery realiseren zich dat ook maar al te goed. Als gezamenlijke wens ambieren ze het sportmedia-ecosysteem voor de consument eenvoudiger en overzichtelijker te maken zodat de content die ze produceren sneller en op voor de hand liggende plekken door alle verschillende doelgroepen gevonden kan worden. Ik vrees dat deze mooie ambitie voorlopig een illusie blijft. De concurrentie is en blijft hevig.  Omstandigheden veranderen continu. Dat is overigens niet bepaald in het belang van de consument. Zolang het geld binnen blijft stromen zullen ze moeten leren leven met de vraag: wat vind ik waar, waarop moet ik mij abonneren en hoeveel moet ik betalen en ben ik daartoe bereid.

Vrouwensport

De panelleden kregen ook nog de vraag om in de kristallen bol te kijken. Kijk eens vijf tot jaar vooruit. Eensgezind kwamen trokken ze dezelfde conslusie: vrouwensport! Dat is dan wel weer een mooi vooruitzicht uiteraard. In ons land hebben vrouwelijke atletes volgens mij niet te klagen over voldoende media aandacht. Sterker, onze TeamNL vrouwen winnen meer medailles op de grote sporttoernooien dan hun mannelijke collega’s. Dat zal straks in Parijs tijdens de Spelen ook weer blijken. In andere landen ligt dat anders. Dus is het een mooi bericht dat grote buitenlandse media organisaties meer aandacht gaan besteden aan vrouwensport.